Fotoboek

De docent biedt verschillende objecten aan om te gebruiken voor afbeeldingen, de leerlingen kiezen er één uit (in dit geval een kleine beer die bedekt kan worden met pinguïnhuid) om een ​​verhaal over te vertellen in afbeeldingen. Na te hebben gebrainstormd over het specifieke verhaal, wordt besproken hoe elke foto eruit moet zien.

De leerlingen maken driedimensionale vormen van papier en maken er een afbeelding van, die ze vervolgens fotograferen. Op deze manier wordt de aandacht gevestigd op het verschil tussen tweedimensionale en driedimensionale objecten en fotografie als tweedimensionaal medium. De foto’s worden afgedrukt op zelfklevend fotopapier en op de pagina’s van een boek geplakt. Ook de buitenomslag wordt door de leerlingen gemaakt.

Video